Mantelzorg aan huis

Gelet op de toenemende vergrijzing ontstaat er steeds meer behoefte om de verzorging van hulpbehoevende ouderen op alternatieve wijze te regelen. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat ouders intrek nemen in de woning van hun kinderen zodat zij de verzorging van hun ouders op zich nemen. In het kader van kostenbesparing is deze wijze van ouderenzorg wenselijk. Ook acht de regering het van belang dat ouderen en andere hulpbehoevenden zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen. Om deze reden is per 1 november 2014 de (bouw)regelgeving omtrent mantelzorgwoningen verruimd.

Op grond van bestemmingsplannen is het vaak niet toegestaan om zonder omgevingsvergunning een extra woning op een perceel toe te voegen. Om mantelzorg te stimuleren heeft de overheid de (bouw)regelgeving versoepeld. Dit betekent dat bestaande gebouwen kunnen worden gebruikt ten behoeve van mantelzorg zonder dat een vergunning is vereist. Ook kan ten behoeve van mantelzorg vergunningsvrij een extra woning worden gerealiseerd in het achtererfgebied van een bestaande woning, mits aan de daaraan gestelde afmetingen wordt voldaan.

Om van mantelzorg te kunnen spreken dient wel aan een aantal eisen te worden voldaan. Er moet sprake zijn van zorg ten behoeve van zelfredzaamheid, voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie (bijvoorbeeld een oud-kind relatie) die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Gemeenten kunnen eisen dat de hulpbehoevendheid wordt aangetoond bijvoorbeeld door om een verklaring van de huisarts te vragen.

Hoewel het bouwen en gebruiken van gebouwen ten behoeve van mantelzorg onder voorwaarden vergunningsvrij is, verdient het de aanbeveling om bij uw gemeente na te gaan welke eisen hieraan worden gesteld. Het beleid omtrent mantelzorgwoningen kan immers per gemeente verschillen.

De Kanaalgraver, juni 2015, Jaap Drijftholt.
Meer weten? Neem gerust contact op.