Huurbemiddelaars gedwongen te stoppen met bemiddelingskosten

Een huurbemiddelaar bemiddelt tussen de huurder en de verhuurder. Hij is verantwoordelijk voor het zoeken van een huurder voor de woning van de verhuurder. Het is wettelijk verboden voor een huurbemiddelaar om, indien hij zowel voor de verhuurder als huurder bemiddelt, bemiddelingskosten te rekenen aan de huurder. Ondanks het verbod komt het in de praktijk veelvuldig voor dat toch bemiddelingskosten worden berekend. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft nu drie huurbemiddelaars gedwongen te stoppen met het rekenen van bemiddelingskosten aan huurders.[1]

Wettelijk kader

 De bemiddelingsovereenkomst is geregeld in artikel 7:425 BW. Bij een bemiddelingsovereenkomst zoekt de ene partij (opdrachtnemer) voor een andere partij (de opdrachtgever) een derde die een overeenkomst met de opdrachtgever wenst aan te gaan. Op grond van artikel 7:427 BW zijn de artikelen 7:417 en 7:418 BW, die in beginsel van toepassing zijn op de overeenkomst van lastgeving, van overeenkomstige toepassing. In dit kader is van belang artikel 7:417 lid 4 BW. In dit artikel ligt namelijk het verbod op bemiddelingskosten besloten: het verbod voor de bemiddelaar om ‘loon’ te ontvangen van de huurder. Onder het begrip ‘loon’ valt niet alleen de letterlijke betekenis, maar ook dingen als inschrijfgeld of administratiekosten, oftewel een verkapte vorm van loon.

ACM

 De ACM waarborgt een eerlijke concurrentie en ziet toe op de consumentenbelangen. Omdat huurders de dupe worden van bemiddelingskosten, heeft zij opgetreden tegen een drietal bemiddelaars die kosten in rekening brachten van enkele tientallen euro’s tot soms wel 400 euro. Dit waren aanbetalingen, administratiekosten, contractkosten, inschrijfkosten of inspectiekosten. Huurders waren verplicht om deze kosten te betalen alvorens zij de huurwoning in gebruik konden nemen. Al deze kosten zijn dus verboden; het maakt niet uit welke naam of constructie de bemiddelaar aan de kosten geeft.

De ACM heeft (nog) geen boetes opgelegd. De getroffen huurbemiddelaars krijgen zes weken de tijd om te stoppen met het rekenen van bemiddelingskosten, op straffe van een dwangsom van 5000 euro per week (met een maximum van 250.000 euro). Mochten de bemiddelaars hier geen gehoor aan geven, dan kan de ACM boetes opleggen tot 900.000 euro per overtreding.

 

Wellicht twijfelt u na het lezen van bovenstaande informatie of u als bemiddelaar wel toegestane kosten rekent. Of twijfelt u juist als huurder of u niet te veel heeft betaald bij het aangaan van uw huurovereenkomst. Neem gerust contact met ons op voor een nader advies.

[1] ACM dwingt huurbemiddelaars te stoppen met rekenen van bemiddelingskosten, www.acm.nl, 10 september 2019.