Je ziet steeds vaker dat via WhatsApp (of een soortgelijke dienst) een overeenkomst wordt gesloten of dat een overeenkomst wordt opgezegd. Uit de uitspraak van 19 april 2018 blijkt dat de rechtbank Limburg zich over de vraag heeft gebogen of tussen partijen via een WhatsApp-bericht rechtsgeldig een koopovereenkomst met betrekking tot een woning tot stand is gekomen.
In deze zaak was overeenstemming bereikt over de prijs van (ver)koop van een woning. Vervolgens is een schriftelijke overeenkomst opgesteld en door de kopers ondertekend. De overeenkomst is voor ondertekening aan verkopers overhandigd. Een dag later hebben de kopers via WhatsApp de verkopers gevraagd of zij ook akkoord zijn met de overeenkomst en of deze al getekend is. De verkopers reageerden daarop met de mededeling dat de inhoud akkoord is en dat de kopers een dag later de getekende overeenkomst zouden ontvangen. De kopers ontvingen de getekende overeenkomst echter niet, maar kregen de mededeling van verkopers dat zij hun woning toch niet gingen verkopen.
De rechter stond voor de vraag of er via WhatsApp een geldige koopovereenkomst tot stand is gekomen ondanks het ontbreken van de handtekening van de verkopers. Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de koopovereenkomst van een woning die wordt gekocht door een consument schriftelijk moet worden aangegaan. Daarnaast heeft de Hoge Raad in 2011 de rechtsregel geformuleerd dat wanneer zowel de koper als de verkoper een particulier is en tussen partijen mondelinge overeenstemming is bereikt over de verkoop van een woning, de koper in rechte toch geen medewerking van de verkoper kan afdwingen om de overeenkomst op schrift te stellen wanneer de verkoper dit weigert. De kopers betoogden dat in dit geval wel aan het schriftelijkheidsvereiste was voldaan en dat het WhatsApp-bericht van verkopers de schriftelijke ondertekening zou hebben vervangen omdat dit bericht erop gericht was een schriftelijke overeenkomst tot stand te laten komen.
De rechtbank volgt de kopers niet in dit standpunt en overweegt dat een schriftelijke koopovereenkomst moet worden aangemerkt als een onderhandse akte waarvoor het vormvoorschrift geldt dat deze daadwerkelijk moet zijn ondertekend. Het WhatsApp-bericht maakt geen onderdeel uit van de overeenkomst en kan ook niet worden aangemerkt als een digitale ondertekening. Het bericht kan slechts worden aangemerkt als een toezegging van verkopers dat zij over zullen gaan tot ondertekening maar vervangt niet de ondertekening zelf. De vordering van de kopers om de verkopers te verplichten de woning te leveren wordt dan ook afgewezen.
Heeft u het voornemen om binnenkort een woning te (ver)kopen? Gelet op de uitspraak en in lijn met de jurisprudentie is het bereiken van overeenstemming via WhatsApp (of sms/facebook, etc.) dus niet voldoende voor het tot stand komen van een koopovereenkomst van een woning. Oftewel, beide partijen moeten daadwerkelijk hun handtekening onder de koopovereenkomst zetten.
De Kanaalgraver Juni 2018, mr. M.J. Drijftholt